De Scherpenbergh neemt nieuw machinepark in ontvangst

ARTIKEL

Mischa Bijenhof - Fotografie: Jean Heybroek en De Scherpenbergh, woensdag 4 augustus 2021

185 sec

Mechanisch onderhoud op topniveau

Golf- en businessclub De Scherpenbergh liet onlangs een groot deel van zijn machinepark vervangen. Na in 2009 te zijn begonnen met Toro, was De Scherpenbergh volgens de leaseovereenkomst aan de derde lichting Toro-machines toe. 'We hoefden niet lang na te denken.'

Het team van De Scherpenbergh bestaat uit zeven greenkeepers.

Negen nieuwe machines - voor de leek lijkt het een overdaad, maar manager Joost Poppe van De Scherpenbergh weet wel beter. Wie wil, kan nog veel meer verschillende machines voor het onderhoud van zijn golfbaan krijgen. 'Ik denk dat je je niet moet blindstaren op het aantal verschillende machines dat er te koop is. Wij hebben nu precies wat we nodig hebben. Uiteindelijk zijn het de mensen die het werk moeten doen.'
De Scherpenbergh, opgericht in 1999, besteedde het onderhoud van zijn achttienholesbaan bijna tien jaar lang uit. In 2008 werd besloten alles in eigen beheer te gaan doen. Poppe: 'Dan dient de vraag zich aan wat je nodig hebt, en van welk merk. Die keuze hebben wij aan de hoofdgreenkeeper overgelaten. Die overlegt met de andere greenkeepers, vervolgens stel ik wat vragen en kijk naar het financiële plaatje en zo komen we er samen uit.'

Leasen

Al jaren staat op de baan in Lieren in de gemeente Apeldoorn min of meer hetzelfde machinepark. De eerste keer werd dat nog gekocht. 'Toen een deel van de machines na vijf, zes jaar aan vervanging toe was, kwam Toro-importeur Jean Heybroek zelf met het voorstel om te gaan leasen', zegt Poppe. 'De kwaliteit van Toro is dusdanig dat het prima te doen is om de machines te kopen, maar bij een leaseconstructie weet je zeker dat je altijd de nieuwste machines in huis hebt. Inmiddels is De Scherpenbergh dus aan zijn derde reeks machines toe. Jean Heybroek leverde een 3370 full electric greenmaaier, een 3420 hybride teemaaier, een Reelmaster 5010-H-fairwaymaaier, een Groundsmaster 4500-roughmaaier, een 1750-zelfrijdende spuit, een Propass-topdresser, een Workman GTX-lithiumion, een bunkerhark en een Vredo-doorzaaimachine af in Lieren.

Manager Joost Poppe (links) en hoofdgreenkeeper Ralph Balduk op de nieuwe elektrische greenmaaier

Voldoening

'Dat is vrijwel allemaal vervanging van de machines die we hadden', zegt Poppe. 'Alleen de greenmaaier is nu elektrisch; dat was eerst een dieselmaaier. De doorzaaimachine is een aanvulling op ons machinepark.' Er staat ook nog een Toro Propass-greensroller in de opslag, maar die was nog niet aan vervanging toe en kan nog een leasecyclus mee. 'Een groot voordeel van leasen is dat je altijd met nieuwe spullen werkt en dat is fijn voor het werkplezier van je personeel', zegt Poppe. 'Ik merk dat ze er veel voldoening uit halen. Die elektrische maaier, bijvoorbeeld, dat is echt een vooruitgang ten opzichte van onze vorige machine. Hij is natuurlijk stiller, wat fijn is voor de golfers, maar ook voor de greenkepers. Je hebt geen vibraties, waardoor het werk minder vermoeiend is. En Jean Heybroek geeft een prima garantie op het accupakket.' Ook het verdwijnen van de hydrauliek van de elektrische machine is een voordeel. 'De kans dat het gebeurt is klein, maar er hoeft maar een slang los te schieten en je hebt een serieus probleem.'

Quick fix

Daarmee stipt Poppe een tendens aan die al langere tijd gaande is: de jongste generaties greenkeepers zijn op een compleet andere manier met het milieu bezig dan hun voorgangers. 'De Green Deal - een pakket overheidsmaatregelen om klimaatverandering terug te dringen - heeft ervoor gezorgd dat de manier van werken op golfbanen flink is veranderd. Bestrijdingsmiddelen zijn een quick fix, maar anno 2021 echt niet meer gewenst', zegt Poppe. 'Mechanisch onderhoud is veel belangrijker geworden, en daarmee ook het begrip van het bodemleven. Vroeger was het maaien, mesten, spuiten; nu moet een greenkeeper ook af en een maaibeurt overslaan en in plaats daarvan een keertje rollen. Dat is een gevoelskwestie; daarvoor moet je weten wat je doet.'

Alles biologisch

Ralph Balduk is hoofdgreenkeeper op De Scherpenbergh en weet precies wat hij doet. 'Vroeger was het makkelijk om bij elk probleem in het kastje met bestrijdingsmiddelen te grijpen', zegt Balduk. 'Ik ben blij dat er niet meer op die manier gewekt wordt.' Toen de baan het onderhoud in eigen beheer ging doen, werd Balduk daar greenkeeper, en sinds 2015 is hij hoofdgreenkeeper. 'We doen nu alles biologisch en ik moet eerlijk zeggen: het heeft wel een tijdje geduurd voordat we alles onder de knie hadden. Inmiddels hebben we een goede weg gevonden. De emelten bestrijden we met aaltjes en zo zijn er voor veel problemen wel natuurlijke oplossingen te vinden. Maar je moet ook accepteren dat je met de natuur te maken hebt. Soms heb je een tegenvaller; dat hoort er nu eenmaal bij.' Poppe valt hem bij. 'We hebben voor onszelf vastgesteld wat de kwaliteit is waaraan wij willen en kunnen voldoen. Daar streven we naar. Soms heb je een schimmel waar je een oplossing voor moet bedenken. Je kunt dan chemicaliën gebruiken; dan zijn ze gegarandeerd dood. Maar de rest van het bodemleven ook.'

'Mechanisch onderhoud is veel belangrijker geworden, en daarmee ook het begrip van het bodemleven'

Monsters opsturen

Samen met Rigby Taylor, een toonaangevend Brits instituut dat gespecialiseerd is in het onderhoud van sportvelden, houden de greenkeepers van De Scherpenbergh hun baan optimaal. 'We sturen monsters naar ze op om de bodemsamenstelling te analyseren en baseren daar ons bemestings- en onderhoudsplan op', zegt Balduk. 'Het klinkt ingewikkeld, maar het moet ook niet te makkelijk zijn, anders is er niks aan.' Wél makkelijk was de keuze voor Toro. 'We hebben prima ervaringen met de machine en ook met de service van de dealer. Klein onderhoud zoals smeren en messen slijpen kunnen we zelf doen; voor het groot onderhoud zorgt Jean Heybroek. Hier kunnen we weer jaren mee vooruit.'

REACTIES

Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie