6000 hectare natuur op Nederlandse golfbanen |
|
|
|
|
| 209 sec |
IPC Groene Ruimte en NGF leiden op en adviseren op het gebied van biodiversiteit
Alle golfbanen in Nederland samen beslaan 10.765 hectare. Daarvan wordt maar ongeveer 40 procent in beslag genomen door gebouwen en gebieden met kortgemaaid gras; de rest biedt mogelijkheden voor natuurontwikkeling. Louise Bienfait en Jan Winter helpen greenkeepers bij het zien en realiseren van kansen om de aanwezige biodiversiteit te versterken.
| Jan Winter |
|
|
Zo'n 6000 hectare natuur op de Nederlandse golfbanen die door de zorg van golfclubs in hoge mate bijdraagt aan de biodiversiteit, dat is de moeite waard. Het onderwerp biodiversiteit staat in steeds meer organisaties hoog op de agenda en dat is binnen de golfwereld niet anders. De golfsport speelt zich af in de natuur. De Koninklijke Nederlandse Golf Federatie (NGF) houdt zich in de persoon van onder anderen Louise Bienfait actief bezig met het thema. 'Als NGF ondersteunen en adviseren wij golfbanen bij duurzaam beheer in alle facetten en daar valt ook biodiversiteitsontwikkeling onder,' vertelt de ecoloog die als zodanig en als duurzaamheidsadviseur bij de NGF werkt. Samen met haar collega Alexander de Vries adviseert zij op het gebied van waterbeheer, pesticidengebruik en biodiversiteit.
Samen aan tafel
'Soms krijgen we heel specifieke vragen van een golfclub en soms heel algemene, zoals 'wij willen meer biodiversiteit creëren op de baan, hoe kunnen we dit het beste aanpakken?' Tijdens een gesprek bespreken we dan wat het doel is dat de golfbaan wil bereiken en hoe ze dit kunnen realiseren. Er zijn 248 golfbanen en op elke baan is de situatie anders, waardoor een standaardadvies niet bestaat of mogelijk is. Er zijn commerciële golfbanen, banen die voornamelijk door vrijwilligers gerund worden en allerlei varianten daarvan. Dat heeft invloed op de mogelijkheden. Daarnaast spelen de omgevingsfactoren een grote rol, bijvoorbeeld de bodem. We hebben in Nederland golfbanen op zand, klei en veen en op elke ondergrond heb je te maken met andere soorten die er goed gedijen.' Wanneer Bienfait langsgaat bij een golfbaan, streeft zij er altijd naar om de greenkeepers, de baanmanager en de baan- of duurzaamheidscommissie samen aan tafel te krijgen. Dit zorgt ervoor dat alle verantwoordelijke personen iets leren over de kansen die er zijn en gezamenlijk doelstellingen gaan opstellen. Jaarlijks geeft Bienfait les als gastdocent tijdens de greenkeeperopleiding van IPC Groene Ruimte waarin ze ingaat op duurzaamheid en biodiversiteit in brede zin.
Drietrapsraket
Voor wie zich intensiever met het onderwerp wil bezighouden, heeft de groene opleider een opleiding van zestien dagen: Biodiversiteit & Klimaat. Jan Winter is trainer en developer op het gebied van bomen en biodiversiteit bij IPC Groene Ruimte en docent van deze opleiding. Hij vertelt: 'In de opleiding behandelen we precies dat uitgangspunt wat Louise benoemt: waar sta je nu precies en wat is je doel, wat wil je bereiken? Wij gaan dan in op de bodem, welk type vegetatie daarbij past, wat er van nature groeit en hoe je met het beheer en de inrichting zodanig kunt aansluiten, dat je goedkoop en gemakkelijk kunt werken en tegelijkertijd zo veel mogelijk biodiversiteit kunt behouden en ontwikkelen. Je kunt dit zien als een drietrapsraket die je op golfbanen helemaal mooi kunt toepassen, doordat er heel veel restruimte beschikbaar is. Amper de helft van het terrein wordt gebruikt voor het spel; de rest kun je perfect inrichten om op een zo goed mogelijke manier te laten functioneren.'
Aan de slag
De opleiding 'Biodiversiteit & Klimaat' is populair. De tweede jaargang is zojuist gestart en er staan al mensen op de lijst voor volgend jaar. De opleiding bevat zestien lesdagen en loopt van september tot en met maart. Idealiter is de groep niet groter dan dertien personen, zodat iedereen z'n eigen casus, bijvoorbeeld de golfbaan, kan inbrengen. Aan het einde van de opleiding heb je een plan ontwikkeld voor de inrichting van de baan en hoe de biodiversiteit te versterken. 'Dat betekent: eerst kijken naar wat je doelstellingen eigenlijk zijn. Vervolgens koppel je daar effecten aan. Stel, je wilt met de golfbaan aansluiten op de natuurlijke vegetatie in het gebied, bijvoorbeeld een wintereik- en beukenbos; welke soorten, ontwikkelingen en effecten kun je dan binnen vijf jaar verwachten? Bijvoorbeeld meer variaties in soorten of in kruinen of juist in struiken die op bepaalde momenten bloeien? Vervolgens leer je hoe je daarop kunt sturen en welke maatregelen je daarvoor moet nemen. En niet te vergeten: hoe je het moet monitoren, zodat je gaandeweg kunt bijsturen.' 'Dat is ook iets wat bij ons veel terugkomt,' vult Bienfait aan. 'We adviseren allereerst om een natuurbeheerplan op te stellen als dat er nog niet is. In dat plan worden een visie en doelstellingen geformuleerd. Vervolgens bepaal je welke maatregelen bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen. Je onderzoekt welke vegetatie in het gebied voorkomt en maakt dan een keuze voor welke inheemse soorten aangeplant worden. Het monitoren van deze maatregelen hoort daarbij. Van elke maatregel die je toepast, moet je in de gaten houden of deze werkt zoals vooraf bedacht. Op dat gebied zien we binnen de golfwereld nog ruimte voor verbeteringen.'
Tweedaagse cursus
Voor wie in meer praktische zin aan de slag wil met biodiversiteit, biedt IPC Groene Ruimte de tweedaagse cursus 'Biodiversiteit in de praktijk' aan. Winter: 'Deelnemers zijn mensen met uiteenlopende achtergronden die heel praktisch willen kijken hoe zij in hun beheer en inrichting een aantal zaken kunnen aanpassen, zodat zij biodiverser kunnen werken. Ook ecologische bestrijding is heel interessant. Welke soorten heb je daarvoor nodig, moet je je roughs anders gaan beheren, moet je de overjarige vegetatie laten staan en sturen op schermbloemen? Ook de ecosysteemdiensten komen ruimschoots aan bod.'
Groeiende vraag
Naast het thema 'duurzaamheid' is ook de belangstelling voor biodiversiteit op steeds grotere schaal groeiende, merkt de NGF. 'Wij willen als golfsport een leidende rol spelen op het gebied van biodiversiteit,' stelt Bienfait. 'Dat lukt goed, want golfers koesteren de natuur. Uit onderzoek blijkt dat bijna 70 procent van de golfers hun sport als 'één zijn met de natuur' beschouwt. Maar de wereld buiten golf associeert de sport in veel mindere mate met natuur (28 procent). We doen als golfsport goede dingen voor de natuur en biodiversiteit, maar de buitenwereld heeft daarvan geen idee. Daarbij helpt het GEO-certificaat, het duurzaamheidskeurmerk voor golfbanen.' 'Uitleg over wat je doet en waarom, wat het resultaat is van je aanpak, is en blijft belangrijk,' besluit Winter. 'Door het volgen van de biodiversiteitsopleidingen kun je dat. Daardoor ontstaat er begrip voor je aanpak.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|