'Elke dag kijken we even goed naar de greens' |
|
|
|
Nino Stuivenberg,
woensdag 19 mei 2021 |
|
| 291 sec |
Leergierige Ralf Smeets zet de toon voor de jeugd
Hij is pas 28 jaar, maar Ralf Smeets heeft nu al werkervaring op golfbanen in de Verenigde Staten en Oostenrijk. Toch is hij twee jaar geleden weer neergestreken in de provincie waar hij geboren en getogen is: Limburg. Zijn werk op Golf & Country Club Hoenshuis leverde hem een nominatie voor de Greenkeeper of the Year Award op. 'Als je passie hebt voor je werk, maakt de tijd niet uit.'
|
We spreken Ralf Smeets medio april, aan de vooravond van zijn derde seizoen op de golfbaan. Hij werkt inmiddels ruim twee jaar op Golf & Country Club Hoenshuis in Voerendaal (Zuid-Limburg). Smeets is opgeleid als hovenier. Hij werkte ook een tijdje voor een hovenier, maar merkte al snel dat het vak hem weinig voldoening gaf. Begin 2014 kwam hij via een uitzendbureau als greenkeeper op golfbaan Land van Thorn te werken, waar zijn liefde voor het greenkeepersvak ontstond. Smeets volgde de opleidingen tot greenkeeper en assistent-hoofdgreenkeeper en kwam zo met vakgenoten in contact. 'Daar kwam ik jongens tegen die internationaal meer ervaring hadden dan ik', vertelt hij. 'Via hen ben ik meegegaan naar het BMW International Open in Duitsland. Toen wist ik dat ik echt verder wilde in deze branche.'
Cultuurverschillen
Kort na zijn werk in Duitsland besloot Smeets om het Land van Thorn achter zich te laten. Hij vertrok naar Harbour Town Golf Links in de Verenigde Staten. Daar werkte hij een jaar op stage-basis. 'Het werk is daar veel gestructureerder dan hier. We begonnen daar om half zeven en om elf uur hadden we de complete achttien holes gemaaid: fairways, greens, voorgreens en tees. Andere dagen werkten we tot twee of drie uur 's middags en werden ook de semirough en rough gemaaid. Het budget was daar ook ver boven de Nederlandse limiet. We werkten daar met veel jonge gasten, een heel andere mentaliteit. Ik dacht toen: ik ga nooit meer naar huis.'
|
'Op de greens vraag je het uiterste van het gras. Dan vind ik het te veel gevraagd om niets te gebruiken'
| |
|
Toen de kans zich voordeed om in Oostenrijk te gaan werken als assistent-hoofdgreenkeeper op Golfclub Fontana, verkaste Smeets daarheen. Hij werkte er een klein jaar en noemt zijn tijd daar 'een prachtig mooie ervaring'. 'Alles kon, je hoefde het maar te vragen en het werd geregeld. We hadden daar drie rupskranen, ontelbaar veel Club Cars en veel handmaaiers. Een fairway par-5 maaiden we tijdens de grow-in gewoon met acht man met de hand. Niet te vergelijken met Nederland.' Dat gold echter ook voor de cultuur, legt Smeets uit. 'Ik kwam in Oostenrijk met het idee dat het ongeveer zoals Nederland zou zijn: gemoedelijk, ons kent ons, en dat ik snel opgenomen zou worden in de omgeving. Dat was niet zo. Ik maakte weken van 80 uur en deed veel ervaring op, maar had geen sociaal leven. Zo raakte ik de passie bijna kwijt. Ik had toen al in gedachten: als er in de buurt van Midden-Limburg een functie vrijkomt waar ik op kan schrijven, ga ik ervoor.'
| De clubgebouwen dragen bij aan de sfeer rond de baan. |
|
|
Continu bezig met greens
Dat werd, iets verder zuidelijk, Golf & Country Club Hoenshuis. Hij werkt hier samen met Harrie Vaessen als hoofdgreenkeeper, in een team dat tijdens het seizoen bestaat uit vijf man. Samen onderhouden zij 45 hectare. In het team is een duidelijke taakverdeling, legt Smeets uit. 'We hebben een seizoenwerker die vaak de roughs en de greens maait. Onze Mechaniker maait over het algemeen de fairways. En we hebben een parttimer die de tees, voorgreens en drivingrange maait. Harry en ik doen alle kleine klusjes. Water geven doe ik zelf: dat is heel belangrijk en vind ik moeilijker om uit handen te geven. Dat wil je zelf zien en inschatten. En we zijn continu bezig met het belangrijkste van het spel: de greens. In het seizoen vind ik het fijn als ikzelf of Harry de greens maait of water geeft met de hand, zodat we ze elke dag even zien.' Ook zonder fairwayberegening blijven de fairways op de baan relatief groen. Volgens Smeets komt dit mede door de ondergrond: leem-löss. 'Dat is vrij zwaar, een beetje kleiachtig. We kunnen het relatief groen houden en het herstelt snel; ook dat is een voordeel.'
De (buitenlandse) ervaring van de Limburger komt op Hoenshuis goed van pas. Smeets vertelt dat met name het maaien op de baan in Voerendaal efficiënt gebeurt. 'Je kunt het maaien efficiënter doen door het tactisch aan te pakken. Dat doen we hier ook. Hier begint in de zomer altijd wel iemand om zes of zeven uur te spelen, maar je kunt dan nog steeds voor de massa uit werken. De beluchtingsweken plannen we hier ook in. We plannen gewoon vooraf een week waarin we er met het hele team voor zorgen dat de greens geprikt worden. Vervolgens ruimen we op en is het bezanden, inslepen en doorzaaien, in een paar dagen tijd. Even met z'n allen de schouders eronder om de overlast te beperken.'
| De noordzijde van de baan, met de vijver tussen hole 17 en 18 |
|
|
Medicijnkasje, geen voorraadkast
Een van de grotere uitdagingen waarmee Smeets zich sinds zijn komst veel bezighoudt, in samenwerking met Caspar Paulussen, is chemievrij beheer. Hij merkt dat de omslag lastig is. 'Vooral op greens. Op tees, voorgreens en fairways kan best wat schimmel of onkruid zitten. Maar op de greens vraag je echt het uiterste van het gras, en dan vind ik het te veel gevraagd om daar helemaal niks te gebruiken. Natuurlijk proberen we het te beperken met goede grassoorten en door op het juiste moment minimaal water te geven. Maar dat is lastig, zeker omdat we in een transitie zitten van straatgras naar struisgras dat we willen laten domineren. Ik hoop dat er toch wat middelen beschikbaar blijven om te kunnen toepassen als het niet anders kan. Een echt medicijnkastje dus, geen voorraadkast. Met een limiet op de producten, bijvoorbeeld maar twee keer per jaar, zodat je niets preventief kunt gebruiken. Als je maar een medicijnkastje kunt opentrekken als het echt moet.'
Bemesten doet het team zowel granulair als vloeibaar. Smeets probeert waar mogelijk de stikstofgift te verminderen. 'Maar wij hebben een oude beregeningsinstallatie met drie sproeiers per green. Vochtig houden is één, maar herstel van de greens is lastiger. Met de voeding zit je dan al snel te hoog. We proberen het zo lang mogelijk uit te stellen en passen dan wat extra stikstof toe.' Zo blijft het experimenteren met het baanonderhoud en leren van ervaringen uit het verleden. Soms pakt dat goed uit, soms minder. Smeets vertelt dat hij in zijn eerste seizoen vooral aan verschraling werkte. 'Toen hebben we veel droogteplekken en schimmelschade gehad. Misschien was het naïef om zoveel mogelijk te verschralen en alles te verminderen om struisgras maar de kans te geven. Maar nu zie je dat wel terug; het zit er echt beter in. Het nadeel was achteraf ook een voordeel.'
| De baan is klaar voor het nieuwe speelseizoen. |
|
|
Streven naar meer
Van huis uit was Golf & Country Club Hoenshuis een ledenbaan, maar de laatste jaren worden ook greenfee-spelers toegelaten. Een bewuste keuze, zegt Smeets. 'Greenfee komt steeds meer op. Eigenlijk moet je ook wel in deze regio. In Zuid-Limburg heb je goede faciliteiten om de hoek en er is hier veel toerisme, dus daar moet je gebruik van maken.' De baan is in eigendom van de familie Snijders, die ook drie golfbaan in België heeft. Als Smeets en Snijders iets gemeen hebben, is dat het streven naar meer. Smeets: 'Je moet je werk doen met de middelen die je hebt, en dat doen we hier vrij goed. Maar het kan altijd beter. Uitdagingen voor de toekomst zijn voor mij verdergaan met chemievrij beheer, en zorgen dat het team goed blijft draaien. Het klinkt vanzelfsprekend dat het altijd gezellig en leuk is, maar als er stress is door slecht weer en nog niet alles gemaaid is, probeer het dan maar eens gezellig te houden.'
|
'Mensen komen voor hun hobby bij jou; dat is gewoon heerlijk'
| |
|
Van hovenier naar greenkeeper
Ambitie heeft Smeets persoonlijk ook genoeg. Hij is nu gediplomeerd assistent-hoofdgreenkeeper, maar wil in de toekomst zeker nog de opleiding tot hoofdgreenkeeper en expert natuurgras doen. Hij hoopt dat meer jongeren zijn voorbeeld volgen. 'Het is lastig om jonge mensen te bereiken; daar moet je echt energie in steken. Ik hoop de komende jaren iets op te bouwen voor middelbare scholen of mbo's, met als boodschap: als je hovenier bent, denk er dan eens over na om greenkeeper te worden. Toen ik hovenier was, leek het me fijn om iedere dag een ander tuintje te zien. Maar na een week bij iemand in de tuin was ik er wel klaar mee. Tot ik op de golfbaan terechtkwam, waar de vrijheid was om een eigen plan te trekken. De werklast is minder en je zit altijd op een mooie plek. Mensen komen voor hun hobby bij jou; dat is gewoon heerlijk.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|