Groenafval op de golfbaan: wat zegt de wetgeving? |
|
|
|
Kuiper & Burger Advies- en Ingenieursbureau,
dinsdag 6 april 2021 |
|
| 295 sec |
Eisen voor opslagplaats zijn afhankelijk van bestemming groenafval
Opslaan, composteren of afvoeren: er zijn nogal wat mogelijkheden om met de grote hoeveelheid groenafval op de golfbaan om te gaan. Elke golfbaan doet dat verschillend, maar de wetgeving luistert nauw. Wat mag wel, wat mag niet? Kuiper & Burger Advies- en Ingenieursbureau zocht het uit.
Bij maaiwerk kan veel maaisel vrijkomen. |
Groenafval (veelal maaisel) wordt in eerste instantie vaak opgeslagen op de golfbaan. Aan welke eisen de opslagplaats moet voldoen, hangt ervan af of het groen als afval wordt beschouwd (categorie 1) of gecomposteerd wordt (categorie 2).
Wetgeving
Categorie 1: groenafval dat niet gecomposteerd wordt De opslag van afvalstoffen (gras dat niet gecomposteerd wordt) op de plaats van productie is gereguleerd in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Hierin staat dat het verboden is om afvalstoffen voorafgaand aan verwijdering langer dan een jaar op te slaan. In het Activiteitenbesluit wordt ook verwezen naar de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB), waarin maatregelen genoemd staan om tot een verwaarloosbaar bodemrisico te komen. De NRB bevat een stappenschema dat doorlopen kan worden om te bepalen of een stof bodembedreigend is. Grasafval valt daarin niet onder de (intrinsiek) niet-bodembedreigende stoffen. Opgeslagen gras gaat namelijk na enige tijd rotten/composteren en hierbij komen voedingsrijke sappen vrij. Ook als er geen pesticiden of extra meststoffen zijn toegevoegd aan het gras, wordt gras om deze reden als potentieel bodembedreigend gezien.
In het stappenschema van de NRB wordt ook verwezen naar een stoffenlijst waarin veelvoorkomende bodembedreigende stoffen vermeld worden. In deze lijst staat wel gft-afval, maar niet groenafval. In dit geval kan het betreffende afval ook onder gft-afval worden gerekend waardoor het als bodembedreigend wordt gezien. Omdat het als bodembedreigend wordt aangemerkt, is het noodzakelijk maatregelen te nemen ter bevordering van bodembescherming. Omdat gras, in tegenstelling tot hooi of stro, nog vocht bevat dat kan uittreden, valt het onder categorie 3.1.3 'Overslag en opslag van nat stortgoed' van de NRB, zoals aangegeven in de tabel.
Tabel 1 Overslag en opslag van nat stortgoed
CVM nr |
Voorzieningen |
Maatregelen |
I |
• vloeistofdichte voorziening en • aandacht voor hemelwater in de vorm van een overkapping of afdekking |
• periodieke inspectie én controle vloeistofdichte voorziening en • visueel toezicht en • algemene zorg |
II |
• vloeistof dichte voorziening en • aandacht voor gecontroleerde afvoer
|
• periodiek inspectie én controle vloeistofdichte voorziening en • visueel toezicht en • algemene zorg |
Om tot een verwaarloosbaar bodemrisico te komen, zou het grasafval op of in een vloeistofdichte voorziening moeten worden opgeslagen, met aandacht voor afstromend hemelwater (I) of een gecontroleerde afvoer (II). Er hoeft maar aan een van de CVM's (combinatie van voorzieningen en maatregelen) te worden voldaan. Vrij vertaald betekent dit dat het gras, ongeacht de periode, in een vloeistofdichte bak of op een vloeistofdichte vloer moet worden opgeslagen. Dit omdat er mogelijk pesticiden en andere verontreinigingen kunnen uittreden tijden de opslagperiode. Tevens moet het gras worden afgedekt met een zeil of overkapping, om te voorkomen dat er regen in de bak komt.
|
Het is verboden om afvalstoffen voorafgaand aan verwijdering langer dan een jaar op te slaan
| |
|
Categorie 2: afval bestemd voor compostering Als het gras opgeslagen wordt ter bevordering van compostering, gelden er andere regels. Vergunningstechnisch geldt: tot 3 m3 is geen melding of vergunning verplicht, van 3 m3 tot 600 m3 moet een melding Activiteitenbesluit worden gedaan en bij meer dan 600 m3 moet er een omgevingsvergunning milieu worden aangevraagd.
Composteringshopen mogen tot drie jaar blijven liggen. Als de totale hoeveelheid te composteren materiaal minder is dan 3 m3, gelden hier geen regels voor. Als de hoop minder dan twee weken ligt, hoeven er geen maatregelen te worden getroffen. Als de hoop er tussen de twee weken en negen maanden ligt, moet deze afgedekt worden van 1 november tot 1 maart met een vezeldoek, antiworteldoek of vergelijkbaar. In het geval dat de hoop er langer dan negen maanden ligt, moet er een absorberende laag onder worden aangebracht én moet het van 1 november tot 1 maart worden afgedekt. De absorberende laag moet minstens 0,15 meter (15 centimeter) dik zijn en een organischestofgehalte van ten minste 25 procent hebben, zoals stro of turf. Deze laag moet na verwijdering van de composthoop ook verwijderd worden.
Figuur 1. Eisen voor compostering (bron: Infomil)
Binnen drie jaar |
Eisen |
> 2 weken |
geen eisen |
2 weken – 9 maanden |
afdekken van 1 november tot 1 maart |
> 9 maanden |
afdekken van 1 september tot 1 maart en boven een absorberende laag |
De bovenstaande regels met betrekking tot afdekking en ondergrond gelden per composthoop, tot een totaal maximum volume van 600 m3. Het afdekken is bedoeld om te voorkomen dat de composthoop in contact komt met hemelwater, wat voor een verstoring van het composteringsproces zorgt en waardoor er bodembedreigende stoffen kunnen uitlogen.
Naast bovenstaande regels zijn er ook regels met betrekking tot de locatie van de composthoop: de hoop ligt ten minste 5 meter van een oppervlaktelichaam (sloot, meer, plas), ten minste 100 meter van een geurgevoelig object als deze binnen de bebouwde kom ligt, óf ten minste 50 meter van een geurgevoelig object als deze buiten de bebouwde kom ligt. Een geurgevoelig object is een woning, een kinderdagverblijf of iets dergelijks. Eigen gebouwen van de golfbaan vallen hier niet onder en andere sportaccommodaties, kantoren en dergelijke ook niet. Gras is op zichzelf erg moeilijk te composteren. Om het te kunnen composteren, zal het nodig zijn om ook ander groenafval toe te voegen. De hoop moet ook regelmatig worden omgewoeld.
Duur van opslag
Voor de opslag van grasafval (niet bestemd voor compostering) wordt geen onderscheid gemaakt op basis van de duur van de opslag. Ongeacht hoelang het gras wordt opgeslagen, moet het op een vloeistofdichte ondergrond komen (dit kan ook in een vloeistofdichte bak of container zijn). Omdat het gras pas na verloop van tijd gaat uitlogen, kan bij kortdurende opslag worden gesteld dat het om inerte (niet-uitlogende) opslag gaat. Er is geen wetgeving te vinden waarin vastgelegd is wat voor gras als kortdurende tijdelijke opslag geldt. Het ligt hier voor de hand om aan te sluiten bij de regelgeving voor compost; de eerste twee weken gelden geen eisen. Dit omdat het proces dan nog niet op gang is gekomen.
| Maaisel kan sporen van meststoffen of zelfs pesticiden bevatten. |
|
|
Voor composteren zijn er wel verschillen, afhankelijk van de duur van de compostering van groenafval (zie figuur 1). Tot twee weken zijn er geen eisen voor de opslag. Tot negen maanden zijn er geen eisen voor de ondergrond, daarna wel. Als een hoop langer dan negen maanden op dezelfde locatie wordt gecomposteerd, moet de hoop worden opgeslagen op een absorberende laag van ten minste 15 centimeter dikte en bestaan uit ten minste 25 procent organische stof.
Bespoten of bemest gras
Als het gras bespoten of bemest is, bestaat de kans dat deze stoffen bodembedreigend zijn en uitlogen. Om bodemverontreiniging te voorkomen, zou het gras op een vloeistofdichte ondergrond moeten worden opgeslagen met een overkapping om het te beschermen tegen regen. Dit zijn echter geen aanvullende regels. Het gras moet vanwege het mogelijk uitlogen van voedingsrijk organisch materiaal al als bodembedreigend worden opgeslagen, in elk geval als de opslag langer duurt dan twee weken, waarna het niet meer mogelijk is om vol te houden dat het gras inert is. Als de meststoffen/pesticiden opgenomen zijn door het gras, geldt ook hiervoor dat het uitlogen pas op gang komt na de eerste twee weken. Voor compostering gelden er geen aanvullende regels.
|
Composteringshopen mogen maximaal drie jaar blijven liggen
| |
|
Advies
Grasafval (niet bestemd voor compost) wordt gezien als bodembedreigend vanwege de kans op het uitlogen van bodembedreigende stoffen (deels voedingsstoffen uit het gras zelf, deels mogelijke pesticiden en toegevoegde meststoffen). Daarom moeten er maatregelen worden genomen om tot een verwaarloosbaar bodemrisico te komen. Dit is ongeacht hoelang het gras er ligt. In de NRB staat dat er een vloeistofdichte voorziening moet komen en dat er aandacht moet zijn voor hemelwater in de vorm van een overkapping of een gecontroleerde afvoer. Dit is onafhankelijk van de duur. Voorbeelden zijn een grote bak waarin het gras wordt opgeslagen of een container met deksel waar geen water door komt, in een schuurtje of onder een overkapping met een vloeistofdichte vloer.
Als het gras gecomposteerd wordt, gelden er andere regels. Deze zijn afhankelijk van de duur van de compostering en de omvang van de composteringshoop. Bij een hoop van minder dan 3 m3 zijn er geen eisen. Als de hoop tussen de 3 m3 en 600 m3 is én korter dan negen maanden ligt, moet de hoop worden afgedekt van 1 november tot 1 maart met zeil of folie om contact met hemelwater te voorkomen. Als de hoop langer dan negen maanden ligt, moet deze niet alleen worden afgedekt gedurende de eerder aangegeven periode, maar ook op een absorberende laag worden opgeslagen. Geadviseerd wordt om een vloeistofdichte voorziening te realiseren met overkapping en daar het gras in op te slaan. Deze voorziening moet wel periodiek gecontroleerd worden. Compostering van gras is mogelijk, maar het zou dan moeten worden gemengd met ander groenafval en regelmatig worden omgewoeld. Hiervan zou ook een melding in het kader van het Activiteitenbesluit moeten worden ingediend.
Meer informatie
Heb je naar aanleiding van het artikel vragen over dit onderwerp? Kuiper & Burger Advies- en Ingenieursbureau is te bereiken via info@kuiperburger.nl en op +31 (0)85 - 044 26 00.
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|