| |||||||||||
Na een recent Amerikaans onderzoek, waarbij aangetoond werd dat de toediening van kalium tot een verhoogde ziektegevoeligheid leidt, staat kaliumbemesting bij een aantal greenkeepers en fieldmanagers in een slecht daglicht. Maar zoals zo vaak moeten we dit relativeren. In het Amerikaanse onderzoek ging het om uitzonderlijk hoge K-bemestingen, die in onze omstandigheden nooit zouden worden gegeven en die de normale verhouding tussen de gegeven hoeveelheden stikstof, fosfor, kalium en magnesium scheeftrokken. Verder is bekend dat planten gemakkelijk kalium opnemen en als het aanbod hoog genoeg is zelfs overgaan tot een vorm van een luxeconsumptie. Dat zoiets ziekten kan uitlokken, hoeft geen betoog. Voor ons is het belangrijk om de grassen een uitgebalanceerde voeding te geven en daarin heeft kalium wel degelijk een essentiële rol. Kalium is immers een hoofdelement in de plantenvoeding, dat in relatief grote hoeveelheden wordt opgenomen (het is het tweede belangrijkste voedingselement, na stikstof) en dat meerdere essentiële taken in de plantenfysiologie vervult. Zo speelt kalium een rol in het ademhalings- en het fotosyntheseproces en de translocatie van verschillende voedingselementen in een plant. Verder activeert kalium circa 60 enzymen die bij diverse metabolische processen betrokken zijn, is het een essentieel element voor het transport van suiker door de plant en is het onmisbaar bij de synthese van zetmeel en eiwitten. De voornaamste functie van kalium is echter de waterretentie van de cel. Het grootste gedeelte van de door de wortels opgenomen kalium wordt niet in de cel- of weefselstructuren geïntegreerd, maar blijft als ion aanwezig in het celvocht. Dat celvocht bevindt zich vooral in de vacuole, de grote ruimte in een cel die opgevuld is met water met de daarin opgeloste voedingsstoffen. Door de toenemende concentratie van kalium (en dus de toenemende zoutconcentratie) zullen deze cellen ter compensatie extra water aantrekken. Hierdoor zwelt de vacuole tot haar maximale grootte in het celmembraan, dat daardoor tegen de celwand drukt, waardoor ook de celwand zijn optimale sterkte heeft. Deze optimale celspanning noemt men de turgortoestand. Is de cel in turgortoestand, dan heeft deze het ideale weerstandsvermogen tegen hitte en droogte (want de cellen bevatten de maximale hoeveelheid water, in stand gehouden door de hoge kaliumconcentratie), tegen vorst (wegens het 'antivrieseffect' van de aanwezige kaliumionen), maar ook tegen schimmelaanvallen. Ook het openen en sluiten van de stomata (de huidmondjes) is kaliumgestuurd. Daardoor kan een plant gericht reageren op licht, de omgevingsvochtigheid, de instandhouding van de eigen vochtbalans (en daarmee het afkoelingssysteem), de opname van CO2, de afgifte van O2 enzovoort. Vandaar dat kalium gecorreleerd wordt aan een verbetering van de abiotische en biotische stresstolerantie van grassen (en van planten in het algemeen). Tabel 1: Invloed van kalium op enkele kwaliteitsparameters voor grassen
Shearman and Beard, 2002 * Nr of trackings: betekent hoe vaak je een bepaald grasveld kunt behandelen voordat het schade vertoont. Het is een parameter om de stabiliteit van de graszode te testen. ** Totale celwandinhoud: betekent de dikte van de celwand Een goede kaliumbemesting zal de kwaliteit van het gras dus aanzienlijk verbeteren, vooral in situaties met een tekort aan kalium, zoals we vaak zien in zandgrondconstructies (USGA/FLL-DIN) op golfgreens en in voetbalstadions of bij moderne hybride grassystemen. Tabel 1 toont de positieve invloed van kalium op de sterkte van het gras en dus op de weerstand ervan tegen intensief gebruik en slijtage. Ook de celwandsynthese (TCW) neemt toe dankzij de toepassing van kalium. Een hoog celwandgehalte betekent een hoge stabiliteit, een efficiëntere transpiratie en een hogere tolerantie tegen bladvlekziekten. Er zijn verschillende publicaties die aantonen dat kalium de ernst van diverse grasziekten kan verminderen, zoals van de grashalmdoder, veroorzaakt door Gaeumannomyces graminis (Goss en Gold, 1967) of van dollarspot, veroorzaakt door Clarireedia jacksonii (Sagado-Salazar, 2018). Recente onderzoeksgegevens (Schmid et al., 2018) tonen aan dat kaliumbemesting een significant verlagend effect heeft op de ernst van een antracnose-aanval, één van de belangrijkste golfgrasziekten, voornamelijk op Poa annua-dominante greens (grafiek 1).
De foto's tonen de droge plekken (LDS, local dry spots) op de uitgetekende proefpercelen bij de verschillende irrigatieregimes. De varianten zonder extra K reageerden duidelijk met ernstige symptomen van droge plekken, vooral in het gebied met slechts 25% water. Grafiek 3 toont de invloed van kaliumbemesting op het recuperatievermogen van grassen na droogtestress. De kaliumbemeste percelen herstelden veel intensiever dan de kaliumvrije percelen. Zoals hoger al werd vermeld, is kalium betrokken bij de accumulatie van koolhydraten en dankzij deze reserves aan koolhydraten beschikt de plant over voldoende energierijke suikers en wordt de recuperatiegroei na schade door droogte of na intensieve slijtage bevorderd.
Zoals hoger reeds vermeld, moet bemesting uitgebalanceerd zijn. Blindweg extra kalium geven is niet verstandig, want een overmaat van een bepaald element kan leiden tot een verminderde opname van andere voedingselementen (antagonisme) of de opname van andere elementen juist stimuleren (synergisme). Zo leidt een overmaat aan kalium tot een moeizamere opname door de planten van calcium, magnesium en boor, maar anderzijds wel tot een verbeterde opname van ijzer en mangaan. Heel wat meststoffen bevatten kalium in hun formule. Belangrijk hierbij is te kijken naar de N/K-verhouding van de betrokken meststof. Eén van de beste mogelijkheden om kalium bij te mesten, is door gebruik te maken van patentkali. Voor golfterreinen en sportvelden is alleen de zeer fijnkorrelige patentkali Kali Gazon (27 % K2O en 10 % MgO, korrelgrootte: 90 % tussen 0,5 - 2,0 mm) van Compo Expert aan te bevelen. De klassieke patentkali is immers veel te grofkorrelig voor dergelijke toepassingen. Kali Gazon is bovendien toegelaten in de biologische land- en tuinbouw en voor alle biologische toepassingen. Het product voldoet volledig aan alle relevante EU-regelgeving ter zake, nl. de EU-Verordeningen EC 834/2007, EC 884/2008 en EC 2003/2003.
Tip de redactie |
|